Om ongewenste zettingen van constructies te voorkomen, dient de ondergrond van een verharding of fundering voldoende draagkracht te hebben. Om de draagkracht van de onderbaan en fundering te kunnen toetsen, kan een plaatbelastingsproef worden uitgevoerd. Wij hebben ruimschoots ervaring met het uitvoeren van dynamische plaatdrukproeven ter controle van zandbanen, dijken, vulkaanbims, glasschuim, menggranulaat en andere materialen voor verschillende opdrachtgevers. Dit is een snelle methode om inzicht te krijgen in het draagvermogen of last-vervormingsgedrag van de ondergrond.
In Nederland is de dynamische plaatdrukproef, een proef die steeds vaker wordt toegepast om het draagvermogen van onderlagen te kunnen toetsen. Voor deze proef gebruiken wij een valdeflectiemeter. Met dit meetinstrument kan snel en eenvoudig door een zestal valbewegingen de elasticiteitsmodules (Evd) wordt bepaald. Het voordeel ten opzichte van de statische plaatdrukproef is dat er geen contragewicht gebruikt wordt tijdens de meting, en per dag meer dan 100 metingen per dag kunt uitvoeren.
De set bestaat uit een voetplaat (d=300 mm) en twee valgewichten (10 kg en 15 kg). Op basis van de valbewegingen wordt de zetting tegenover de tijd uitgezet. De gemiddelde zetting van deze 3 waarden wordt op basis van de gemeten de kracht omgezet in de Evdwaarde. Helaas zijn van de dynamische plaatbelastingsproef in Nederland nog weinig ervaringscijfers voorhanden. Om die reden zijn voor de diverse materialen en wegconstructies nog geen data beschikbaar om grenswaarden of minimaal te behalen stijfheidsmoduli uit de meetdata af te leiden.
In Duitsland is inmiddels al meer ervaring opgedaan, en wijzen de verschillende onderzoeken de correlatie uit tussen de dynamische en statische plaatdrukproef. Op basis van deze informatie passen wij de proef steeds vaker toe.
Q-Tech Mobility is dealer van Terratest.
Snelle levering & goed advies.
Wilt U meer informatie ontvangen over de Terratest LWD meters, uitgebreide software, of over het gebruik?
Neem dan contact met ons op.
Colofon
Het Bouwterreincertif icaat Nederland is een initiatief van de Nederlandse Vereniging Aannemers Funderingswerken
Ceintuurbaan 2, 3847 LG Harderwijk
Postbus 1218, 3840 BE Harderwijk
T 0341 456 191
F 0341 456 208
E secretariaat@nvaf.nl
Eindredactie: mr. H. de Koning
Harderwijk, 1 oktober 2016
Bouwterreincertificaat (BTC) Nederland
Naar een beter ontwerp van het werkterrein voor de inzet van (funderings)machines
Beoordeling draagkracht
Al in 2009 constateerde de toenmalige Arbeidsinspectie (thans Inspectie SZW) in haar rapportage van het Project Fundering 2009, dat 38% van de bezochte bedrijven meldde dat zij in de afgelopen acht jaar 1 tot 10 keer hebben meegemaakt dat een machine omviel; in twee van de drie situaties speelde hierbij de draagkracht van de ondergrond een rol. Anderzijds bleek dat 78% van de desbetreffende bedrijven de draagkracht van de grond altijd vooraf beoordeelde. In welke mate en op grond van welke gegevens dat geschiedde vermeldt het rapport niet.
Slechte bouwputten en bouwterreinen vormen al heel lang een bron van klachten en problemen van funderingsbedrijven. Zij zijn niet zelden een van de eersten op het werk en treffen vaak een slecht voorbereide werkvloer aan. De toegankelijkheid van de bouwput of het bouwterrein laat ook vaak te wensenover. Weliswaar wordt in het kader van de NVAF-opstellingskeuring (uit te voeren door een deskundige van het bedrijf of een externe instantie) het bouwterrein in de werkvoorbereiding én bij aanvang van het werk ‘meegenomen’, met een visuele controle ben je er niet. Gericht (grond)onderzoek dient plaats te vinden op basis waarvan concrete maatregelen moeten worden genomen.
BTC Nederland
Het Bouwterreincertificaat (BTC) Nederland is de Nederlandse versie van het WPC. De NVAF heeft dit systeem, dat is ontwikkeld door de FPS en de HSE2, in Nederland geïntroduceerd. Het betreft een verklaring dat het bouwterrein behoorlijk is ontworpen en aangelegd in overeenstemming met het ontwerp en regelmatig wordt geïnspecteerd en behoorlijk onderhouden, zodat de begaanbaarheid en draagkracht van het bouwterrein gewaarborgd zijn. Het certificaat vereist de handtekening van de opdrachtgever (N.B.: dat is doorgaans de hoofdaannemer) en moet worden overhandigd aan de aannemer van de funderingswerkzaamheden voorafgaand aan diens werkzaamheden op de bouwplaats.
In feite is voorafgaand aan elk werk een bouwterreincertificaat vereist, zeker wanneer funderingsmachines en andere kranen met zware lasten en een hoogliggend zwaartepunt worden ingezet.
Onderzoek
Bij het ontwerp van het bouwterrein moeten de gronddrukgegevens van de gebruikte machine en de ondergrondcondities waarop gebouwd wordt in aanmerking worden genomen. Dit moet worden gemaakt door een deskundige ontwerper die beschikt over voldoende geotechnische kennis. In het Verenigd Koninkrijk wordt bij het ontwerp van het bouwterrein uitgegaan van de BRE-handleiding BR470 ‘Working Platforms for Tracked Plant: Good practice guide to the design, installation, maintenance and repair of ground-supported platforms’, verkrijgbaar bij IHS BRE Press, www.brebookshop. com. In Nederland is een vergelijkbaar document ontwikkeld door SBRCURnet, richtlijn 689:2016 ‘begaanbaarheid
van bouwterreinen’. Het bouwterreincertificaat maakt nu deel uit van deze richtlijn en verwijst voor het ontwerp ook naar de berekeningsmethoden in de richtlijn.
Grondonderzoek
Volgens de SBRCURnet-richtlijn dienen voor
de grondmechanische berekeningen de dikte,
de samenstelling en de eigenschappen van de
grondlagen bekend te zijn. Hiervoor wordt een
grondonderzoek uitgevoerd. De laagscheidingen
worden bij voorkeur t.o.v. het NAP gemeten.
Deze gegevens worden in grondprofielen
(rekenprofielen) verzameld en vastgelegd. Het
aantal profielen voor een bouwlocatie moet zijn
afgestemd op de variatie in de grondopbouw en
grondeigenschappen. In ieder geval moeten de
maatgevende (slechtste) situaties beschouwd
worden.
Voor de berekeningen zijn per profiel en per
bodemlaag grondeigenschappen benodigd:
- laagdikte en niveau van de laagscheidingen
- de grondwaterstand
- hoek van inwendige wrijving
- schijnbare cohesie
- ongedraineerde schuifsterkte
- samendrukkingseigenschappen
- volumiek gewicht (nat en droog)
De omvang van het grondonderzoek (afstand
tussen de onderzoeksplaatsen) dient zodanig
te zijn dat met zekerheid gesteld kan worden
dat slechte plekken in de bodem gedetecteerd
zijn. Aangezien de variatie in de bodemopbouw
groter is en vaker voorkomt naarmate zij zich
dichter onder de oppervlakte bevindt (invloedsgebied
van de machine), kan er geen minimum
aan de omvang van het onderzoek gesteld
worden. Als indicatie kan een raster worden
aangehouden met een grootte gelijk aan het
grondoppervlak van de funderingsmachine. Voor
machines op een schottenbed kan een raster
gelijk aan de wielbasis x de schotlengte worden
aangehouden.
Wanneer een werkvloer of grondverbetering
wordt aangebracht, dienen van elke aanvullaag
het toegepaste materiaal en de verkregen verdichting
gecontroleerd te worden.
International standard:
‘ASTM E2835-11 Standard Test Method for Measuring
Deflection using a Portable Impulse Plate Load Test Device’
German standard:
TP BF-StB part B 8.3 edition 2012
German regulation: Engineering Code for Soil and Rock in Road Construction
ZTV E-StB 09
German regulation: Additional terms of contract and rules for earthwork in road construction
ZTV T-StB 95
German regulation: Additional terms of contract and rules for subbases in earthwork
ZTV A-StB 97 /2012
German regulation: Additional terms of contract and rules for excavation in traffic access
RIL 836, Deutsche Bahn AG
Guideline for the use of the measuring equipment in railway construction
Belgian standard:
SB 250 versie 4.1, 4.16.2 (April 2019)
Belgian regulation – Compaction test by means of dynamic plate load test
Austrian standard:
‘RVS 08.03.04
Compaction Tests by means of the Dynamic Plate Load Test
click here for a complete overview international standards